-0-

Stilaan onttrok de zon zich,
en betrad ik het dal.
Het licht ging uit,
geheel en al.
Zware groei is nooit gedeeltelijk.

-0-

Zagen,
altijd maar zagen en doorzagen.
Zo moe werd ik
van het krassen in mijn ruimte.
Mijn leven was bedacht,
door beelden ingericht.

-0-

In de kunstmatigheid van de tijd,
stonden wij scherp tegenover elkaar
in alle richtingen.

Ik en gij…
Daartussen
was het scheiden, ontmoeten
en in botsing komen.

-0-

Draaien en draaien.
Draaien naar mijzelf,
tollen naar de ander.
Maar waar was ik?
Tussen ik en gij,
bevond ik mij.

-0-

Alles of niets
zo in niets
was alles
niet iets.
Volle grond
bleek lege aarde.

-0-

-0-

Alles verloren, alles kwijt.
Geen ruimte, geen tijd.
Zoeken, zoeken, zoeken.
Verliezen om te winnen.

-0-

Gisteren hoopte ik op vandaag.
Ik heb er zo lang mee geleefd.
Ik moest blijven lopen,
zonder toekomst,
zonder hoop leven,
niet meer geloven.
Er zat iets breekbaars in.

-0-

 

-0-

Al wat ik wist was weggezonken.
Ik wist niet zeker of mijn leven wel echt was,
of niet.
Want je weet niet wat er gaat gebeuren,
en wat een mens met je doet.
Ook in een droom kun je schreeuwen en aanraken.

-0-

Mijn hoofd vol gaten.
Praten niet laten.
Lunapark maakt dwaas.
Alle winden waaien er.
Kolken van geraas.

-0-