-0-

Het komt mij voor,
dat ginds, in de verte
een vlag wappert.
Daar, aan het einde
van die rode rivier.

-0-

Dit is de stem van de rivier.
Drijf met mij mee,
naar open zee.
Maar laat mij,
stromend vrij.

-0-

Hij zat aan de overkant bij de rivier.
Een cape om zijn schouders,
zijn stok in het zand.
Zijn hand riep, zijn stem sprak,
waar kom je vandaan?
Dus zei ik,
ik loop maar en loop maar om verder te gaan.
Zijn hand riep, zijn stem sprak:
het water staat stil.
Pak die vlag op,
doe nu wat ik wil.
Zijn hand riep, zijn stem sprak:
de rivier wordt hier smal.
Pak nu die vlag op
en treed uit het dal.

-0-

Klotsend tussen keien,
kronkelt mijn gedachtegang naar de oever,
waar de stroom vandaan komt.
Volle grond, vrije lucht.
Ademhalen uit het diepste van mijn wezen.

-0-


-0-

Langs mijn weg waren bomen geplant,
waren bronnen uitgegraven.
Ik dronk ze in,
en hield ze vast.
Want wie geen betekenis ziet
mist een zintuig.

-0-

Het getij rolt over mij heen
Zo denk je te hebben,
zo raak je het kwijt.
Het hoort bij mijn spel.
Het hoort bij mijn leven.
Adem in,
adem uit.
Slechts op een pad dat recht is,
blijft alles wat echt is.

-0-

 

Volgende pagina

-0-

Oceaan is altijd maar zee.
Druppels neemt hij mee,
onder water bedolven,
of bruisend op golven.
Geen vroeger, geen later.
Als een vis in water,
versmolten en uit elkaar gespat,
drijf ik mee op dit pad.

-0-

Tussen deze zomeravond
en een ver verleden
straalt de zon -die elk oog opent-
weer helder.
Ik zal je niet vergeten,
zomeravond,
jouw zwoelen in de lucht.

-0-

HOME