HOOFDSTUK I: KANAÄN
01. Voorgeschiedenis Kanaän
02. Kanaän, land van melk en honig
03. De bevolking van Kanaän
04. De Kanaänieten
05. Koningen en stadstaten
06. Interne strijd
07. Kanaän zonder eenheid
08. Kanaänitische goden
HOOFDSTUK II:
HANDEL & WANDEL
01. Gildevorming
02. Het klassensysteem
03. De kooplieden
04. Herinnering aan een handelscultuur
05.
Abram in Ur
06. Rijkdom en welvaart
07. Landbouw en veeteelt
08. De purperindustrie
09. De exodus als handelsmissie
HOOFDSTUK III:
FENICIË OMSTREEKS 800 V. CHR.
01. Salomo en koning Hiram
02. Tarsis
03. Tyrus en Sidon
04. Carthago
05. Huizen van ivoor
06. De Libanon alom geprezen
07. Biblos
08. De kuststeden
09. India en China
10. De Hethieten
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Afbeelding 6
04. Carthago
Als er één gegeven over Fenicië tot de verbeelding spreekt, dan is het wel het oude Carthago, dat samen met Tarsis het westelijk bekken van de Middellandse Zee vormde. Carthago (het huidige Tunis aan de kust van noord-Afrika) was een belangrijke handelsfactorij van het Fenicische Rijk, en fungeerde ondermeer als vitaal steunpunt voor de vaart op Spanje. Binnen het Fenicische decor in de Bijbel, mag Carthago dus niet ontbreken.
Nm.26:23-
De zonen van Issaschar, naar hun geslachten, waren: van Tola het geslacht der Tolaïeten; van Pua het geslacht der Punieten; van Jasub het geslacht der Jasubieten en van Simron het geslacht der Simronieten.
Carthago werd door de Romeinen Punië genoemd. Het Latijnse Poeni staat taalkundig misschien in verband met Phoenice (Fenicië). Volgens Nm.26:23 was Pua de stamvader van de Punieten en stamt Pua van Issaschar af.
Gn.46:13-
De zonen van Issaschar waren Tola, Pua, Job en Simron.
1Kr.07:01-
De zonen van Issaschar waren: Tola en Pua, Jasib en Simron, vier.
Ook de namen Put, Pun en zelfs Pul zouden naar Punië verwijzen.
Gn.10:06-
En de zonen van Cham waren Kusch, Mizraïm, Put en Kanaän.
Carthago bleef het westelijke bekken van de Middellandse Zee beheersen, tot Rome tijdens de Punische oorlogen van 264 tot 146 v.Chr. de overhand kreeg, en pas sedert dat moment sprak men van Punische koloniën. De naam Punieten kunnen we dus niet voor de Punische oorlogen dateren.
Een ander volk dat naar Carthago of de Afrikaanse kustlanden kan verwijzen zijn de Lehabieten, waarmee misschien de Libiërs zijn bedoeld. Ook hen komen we tegen in de volkerenlijst van Genesis 10.
Gn.10:13-
En Mizraïm verwekte de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten,(...).
Ten tijde van het Nieuwe Testament was er sprake van Lybo-Fenicië en Syro-Fenicië, waarmee respectievelijk het westelijk en oostelijke handelsrijk was bedoeld. Lybo-Fenicië duidt op Libië; Syro-Fenicië op Syrië. In het Nieuwe Testament komt de naam Lybo-Fenicië echter niet voor. Wél is er sprake van Syro-Fenicië.
Mc.07:26-
Deze vrouw was een Griekse, een Syro-Fenicische van geboorte.
Bij Mt.15:21 is de Syro-Fenicische vrouw vervangen door een Kananeese vrouw.
Mt.15:21-
En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving van Tyrus en Sidon. En zie, een Kananeese vrouw uit dat gebied kwam en riep: (...).
Al met al is de conclusie dat het oude Carthago in de Heilige Schrift achter een dikke laag mist verscholen ligt. Of we nu te maken hebben met Lehabieten, Puniërs, of Lybo-Feniciërs, het zijn namen die in verschillende tijden door politieke veranderingen zijn ontstaan, maar zonder uitzondering naar Carthago en de kustgebieden van Noord-Afrika verwijzen.
Naast de tempel en zijn paleizen, bouwde koning Salomo ook nog een ivoren troon.
1Ko.10:18-
Voorts maakte de koning een grote ivoren troon, die hij overtrok met gelouterd goud. De troon had zes treden, en een ronde kop was van achteren aan de troon, en leuningen aan weerszijden van de zitplaats, en twaalf leeuwen stonden aan weerszijden van de zes treden; nooit was zoiets voor enig koninkrijk gemaakt.
Waarschijnlijk is met de ivoren toren uit Hl.07:04 de ivoren troon bedoeld.
Hl.07:04-
Uw hals is als de ivoren toren, (…).
Het is duidelijk dat er voor zulke projecten grote hoeveelheden ivoor nodig waren. Volgens 2Kr.09:21 werd het ivoor door de Tarsisschepen geïmporteerd.
2Kr.09:21-
(...) eens in de drie jaar kwamen de schepen van Tarsis binnen, beladen met goud en zilver, ivoor, apen en pauwen.
Het ivoor of elpenbeen werd naar Kanaän vervoerd met de Tarsisschepen, die de kusten van Afrika aandeden.
Ga verder met HOOFDSTUK III, paragraaf 05 »