HOOFDSTUK I: KANAÄN
01. Voorgeschiedenis Kanaän
02. Kanaän, land van melk en honig
03. De bevolking van Kanaän
04. De Kanaänieten
05. Koningen en stadstaten
06. Interne strijd
07. Kanaän zonder eenheid
08. Kanaänitische goden
HOOFDSTUK II:
HANDEL & WANDEL
01. Gildevorming
02. Het klassensysteem
03. De kooplieden
04. Herinnering aan een handelscultuur
05.
Abram in Ur
06. Rijkdom en welvaart
07. Landbouw en veeteelt
08. De purperindustrie
09. De exodus als handelsmissie
HOOFDSTUK III:
FENICIË OMSTREEKS 800 V. CHR.
01. Salomo en koning Hiram
02. Tarsis
03. Tyrus en Sidon
04. Carthago
05. Huizen van ivoor
06. De Libanon alom geprezen
07. Biblos
08. De kuststeden
09. India en China
10. De Hethieten
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Afbeelding 4
Afbeelding 5
Afbeelding 6
NAWOORD
Aan het einde gekomen van deze publicatie zijn enkele opmerkingen op zijn plaats.
Er wordt wel gesteld, dat de Bijbelse geschiedenis een pseudohistorisch verhaal is, waarvan een deel uit fictie en een ander deel uit realiteit bestaat. De moeilijkheid is nu, dat fictie (te zien als symboliek) en realiteit in de Bijbel zeer nauw met elkaar verweven zijn. Bovendien is er geen bewijsmateriaal voorhanden over het bestaan van het oude Israël, zodat het zeer lastig is om te bepalen wat tot de feiten behoort en wat op symboliek berust. Deze publicatie toont nu aan, dat de gegevens die de Bijbel over Kanaän en Fenicië levert in ieder geval vrij goed overeenkomen met de realiteit.
1.
Eerste feit is, dat de Heilige Schrift in velerlei opzicht een getrouw beeld levert van het leven in Kanaän, want zij beschrijft op gedetailleerde wijze de inheemse mengcultuur, haar stadstaten en hun koningen. Daarnaast besteedt de Bijbel ruimschoots aandacht aan de Kanaänitische en Fenicische handel. Tot zover kunnen wij Kanaän dan wel Fenicië dus opvatten als het realistische decor waarop het pseudohistorische verhaal over Israël zich afspeelde.
2.
Tweede feit is, dat er van Israëls historie nagenoeg geen enkel bewijsmateriaal is teruggevonden. Van de aartsvaders, de uittocht uit Egypte en de veroveringen van Jozua in het land Kanaän, ontbreekt elk spoor. Met name van Israëls koningen Saul, David en Salomo is er niets ontdekt, dat hun bestaan kan bevestigen, ondanks jarenlang onderzoek en speurwerk. Daarmee komt de geschiedenis van de Israël als zijnde feitelijk historie op losse schroeven te staan, en kunnen we grote twijfels plaatsen bij de oprichting van een twaalf stammenrijk en verenigd koninkrijk Israël in het land van melk en honig. Met andere woorden: uitgerekend de gegevens die de Bijbel over Israël levert, behoort tot het fictieve/metaforische deel van de pseudo-historische geschiedenis.
3.
Bovenstaande twee conclusies krijgen extra onderbouwing, doordat de feitelijke gegevens over Kanaän en Fenicië een twaalf stammenrijk en verenigd koninkrijk eigenlijk wel uitsluiten. Israël zou vele stadstaatjes in Kanaän veroverd moeten hebben, wat een ondoenlijk opgave is. Koningen en priesters van de stadstaatjes zaten niet te wachten op een verenigd koninkrijk Israël onder leiding van één koning en de enige God van Israël. Bovendien zou een dergelijke politieke situatie veel gevolgen hebben gehad voor de Fenicische handel. En tot slot komt de inname van het handelsrijk Kanaän/Fenicië door de Israëlieten nergens voor in de annalen; niet in die van Egypte, noch in die van Assyrië.
Kortom, de geschiedenis over Israël heeft inderdaad veel weg van een pseudohistorische roman, zoals we dit wel vaker tegenkomen. Auteurs laten hun personages tot leven komen in een feitelijk bestaand decor.
Maar als de geschiedenis van Israël symbolisch is bedoeld, wat kan daar dan het motief van geweest zijn? Zoals reeds geopperd, was de naam Israël wellicht aan een geheime mysterieschool verbonden, en kunnen haar geschiedenis, betekenis en doelstellingen in symbolische vorm zijn genoteerd. De oorsprong van een dergelijke inwijdingsschool ligt mogelijk omstreeks de tijd van farao Echnaton, die als eerste in de geschiedenis een monotheïstische godsdienst stichtte, maar wiens regering door de latere Ramses-koningen werd verafschuwd en doodgezwegen. Ten eerste kan de situatie in die periode een verklaring zijn, waarom Israël haar geschiedenis in geheimtaal noteerde. Ten tweede sluiten de feitelijke gegevens over Kanaän en Fenicië - ook qua tijdsbeeld - aan op de publicatie over Jozef en farao Echnaton.
Al met al komen we tot de merkwaardige constatering, dat zij die een letterlijke interpretatie van de Bijbel aanhangen, blijkbaar precies het tegenovergestelde willen bewijzen van wat er beschikbaar is.
Enerzijds blijft men namelijk halsstarrig zoeken naar bewijzen over de exodus, over Israël en haar leiders, terwijl deze waarschijnlijk nooit gevonden worden, omdat ze er niet zijn. Anderzijds wordt het vele bewijsmateriaal dat er wél is, namelijk over Kanaän en het Fenicische handelsleven, achteloos opzij geschoven alsof zij niet zou bestaan.
Kritische vraag is dan, wat nu het eigenlijke doel is van de gelovigen. Wil men de inhoud van de Bijbel bewijzen, of wil men de juistheid van het eigen geloof aantonen?
Dat de gegevens over Fenicië onder tafel zijn geschoven, blijkt ondermeer uit het volgende voorbeeld. Hoewel dit handelsrijk al ten tijde van het Oude Testament een zeer vooraanstaande rol speelde, komt de naam Fenicië niet in het Oude Testament voor. Daarentegen spreekt het Nieuwe Testament, wél van Fenicië, zij het slechts drie keer.
Hd.11:19-
Zij dan, die verstrooid werden door de verdrukking, welke in verband met Stéfanus plaats vond,
trokken verder tot Fenicië, (...).
Hd.15:03-
Zij reisden dan, nadat hun door de gemeente uitgeleide gedaan was, door Fenicië en Samaria, (...).
Hd.21:02-
En nadat wij een schip gevonden hadden, dat naar Fenicië zou oversteken, gingen wij aan boord en voeren af.
Gedurende het Nieuwe Testament was de bloeitijd van het Fenicische Rijk echter allang vergane glorie. Tyrus en Sidon waren immers in 332 v. Chr. door Alexander de Grote verwoest en het oostelijke handelscentrum had zich nadien verplaats naar Griekenland en het Egyptische Alexandrië. Waar de handelsnaam Fenicië dus past - namelijk in het Oude Testament - daar vinden wij haar niet, en waar de naam Fenicië niet langer bij Kanaän past - in het Nieuwe Testament -, daar vinden we haar wel!
Rest ons nog één onderwerp uitvoerig te vermelden en dat zijn de Fenicische handelswegen. Zonder goed begaanbare wegen was de handel immers onmogelijk, maar zie voor dit thema de publicatie: “Fenicië en de Derde Weg”.