HOME
INLEIDING
HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven
HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad
HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen
HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster
HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus
Hoofdstuk I: Eén of meerdere levens?
01. Rechtvaardigheid
Als de mens maar één leven heeft, hoe rechtvaardig is dan Israëls God? We beginnen met het boek Prediker omdat het probleem hier helder naar voren komt.
Pr.07:15-
Allerlei heb ik gezien in mijn ijdele dagen: er is een rechtvaardige, die ondanks zijn gerechtigheid te gronde gaat en er is een goddeloze, die ondanks zijn boosheid een lang leven heeft.
Pr.08:10-
Eveneens zag ik, hoe goddelozen begraven werden en de rust ingingen, terwijl zij die recht gehandeld hadden van de heilige plaats moesten weggaan en in de stad vergeten werden.
Prediker zet precies de puntjes op de i en stelt Gods onrechtvaardigheid aan de orde, maar enige regels verder beweert hij precies het tegenovergestelde, namelijk dat ieders lot hetzelfde is.
Pr.09:02-
Alles is gelijk voor allen, eenzelfde lot treft de rechtvaardige en de goddeloze, de goede en de reine, alsook de onreine; hen die offert, en hem die niet offert; het gaat de goede evenals de zondaar, hem die zweert, als hem die de eed schuwt. Dit is het ergste, dat onder de zon geschiedt: dat allen eenzelfde lot treft (...).
Ook het volgende fragment uit Prediker is interessant.
Pr.08:11-
Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig om kwaad te doen, daar een zondaar honderd maal kwaad doet en toch lang leeft.
Bovenstaande opmerkingen zijn alleen met elkaar te rijmen, wanneer we ze bezien in de context van meerdere levens. Uitgaande van één leven is rechtvaardigheid ver te zoeken, maar binnen de context van karma en reïncarnatie ondergaat ieder mens hetzelfde lot, en wanneer het vonnis over onze daden niet aanstonds wordt voltrokken, zou “afrekening” in een volgend leven kunnen plaatsvinden.
Vervolgens nemen we drie andere teksten onder de loep.
Sf.03:05-
De Here is rechtvaardig in haar midden. Hij doet geen onrecht, elke morgen geeft HIj zijn recht; als het licht wordt, blijft het niet uit.
Js.61:08-
Want Ik, de HERE, heb het recht lief. Ik haat onrechtmatige roof, Ik zal hun stipt hun loon geven en een eeuwig verbond met hen sluiten.
Opb.22:12-
Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.
Ondanks bovenvermelde belofte dat ieder mens stipt zijn verdiende loon krijgt, wijst de praktijk uit dat er allesbehalve rechtvaardigheid is in de wereld. En ziehier, genoeg voer voor een stevige discussie over de rechtvaardigheid van Israëls God.
Het verweer van gelovigen is bekend. Gelijke en rechtvaardiging behandeling vindt plaats in het hiernamaals, en het zou vrij simpel zijn wat er dan met ons gebeurt. Na een goed leven - te weten een leven vrij van zonden - verdient de overledene een plekje in de hemel. Na een slecht leven wacht hem het vagevuur. Het argument is echter weinig steekhoudend. Immers, binnen de context van één leven, krijgt de mens maar één kans op een plekje in de hemel, terwijl die kans lang niet voor iedereen gelijk is. Sterker nog: we worden zelfs al met ongelijke kansen geboren! Sommigen hoeven dus maar één rondje te lopen om de finish te behalen, terwijl velen al bij voorbaat tien rondjes achter lopen. Ongelijke behandeling maakt dus heel wat uit bij de kans op bekering.
Kortom, als wij slechts één leven krijgen, is er op geen enkele manier sprake van een rechtvaardige God; of er nu afrekening in het hiernamaals plaatsvindt of niet. De conclusie is dat karma en reïncarnatie alle misverstanden over Gods rechtvaardigheid, dan wel onrechtvaardigheid in één klap zouden oplossen.
Ieder mens werkt zijn eigen karma uit en heeft vele levens nodig om tot inkeer te komen. Daarbij is persoonlijke straf niet aan de orde want karma is te vergelijken met de wetmatigheid actie is reactie, en kosmische wetten werken nu eenmaal op geheel onpersoonlijke wijze. In vele bijbelteksten komt het onpersoonlijke naar voren, ondermeer bij Col.03:25.
Col.03:25-
Want wie onrecht doet, zal zijn onrecht terug ontvangen en er is geen aanzien des persoons.
Israëls God wordt wel zeer onrechtvaardig als blijkt dat Hij degene is, die het lot van ons ene leven bepaalt. We worden met ongelijke kansen op de wereld gezet, terwijl sommigen door God worden uitverkoren, zelfs al vóór hun geboorte.
Jr.01:04-
Het woord des Heren nu kwam tot mij: Eer Ik u vormde uit de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd, tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld.
Dat we de Bijbel moeilijk kunnen vatten binnen het tijdsbestek van één leven, komt hier wel in het bijzonder tot uitdrukking. De God van Israël doet met de mens naar Zijn Wil. De mens wikt, maar God beschikt. Misverstanden rijzen hier omdat wetten (waaronder karma en reïncarnatie) in de Oudheid nog werden opgevat als de wil van de goden.
Ga verder met hoofdstuk I, paragraaf 02 »