HOME
INLEIDING
HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven
HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad
HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen
HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster
HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus
Dn.04:35-
Ja, alle bewoners der aarde worden als niets geacht; Hij doet naar zijn wil met het heer des hemels en de bewoners der aarde; en niemand is er, die zijn hand kan weerhouden of tot hem kan zeggen: wat doet Gij?
Bij Dt.30:01 worden nogal wat eisen gesteld om in de smaak te vallen.
Dt.30:01-
Wanneer dan al deze dingen over u komen de zegen en de vloek, die ik u voorgehouden heb, en gij dit ter harte neemt te midden van al de volken, naar wier gebied de HERE, uw God, u verdreven heeft, en wanneer gij u dan tot de HERE, uw God, bekeert en naar zijn stem luistert overeen-komstig alles wat ik u heden gebied, gij en uw kinderen, met geheel uw hart en met geheel uw ziel -dan zal de HERE, uw God, in uw lot een keer brengen en Zich over u erbarmen (...).
Wat zou nu de verklaring kunnen zijn dat sommige mensen zijn uitverkoren? Waarom geniet een enkeling zo’n voorkeursbehandeling?
Js.49:01-
Hoort naar Mij gij kustlanden, en luistert, gij natiën in de verte. De HERE heeft mij geroepen van moeders lijf aan, van de schoot mijner moeder aan heeft Hij mijn naam vermeld.
Ook bij dit vraagstuk bieden karma en reïncarnatie uitkomst. Door het passeren van vele levens, komt de mens uiteindelijk tot hoger bewustzijn en zal zich in de toekomst een leven presenteren, waarbij men reeds met de nodige kwaliteiten en gaven wordt geboren. Bijgevolg is zo’n persoon uitverkoren om een bepaalde taak op zijn schouders te nemen.
Een andere delicate situatie treffen we aan in het boek Exodus, waar verhaald wordt over Mozes die een Egyptenaar dood sloeg, maar desondanks door God op een voetstuk werd geplaatst en uitverkoren was om Israël uit Egypte te leiden. Je zou zeggen dat moord en doodslag niet volgens de Wil van God zijn en direct om rechtvaardiging en rechtspraak vroegen.
Ex.02:12-
Hij keek naar alle kanten en toen hij zag, dat er niemand was, sloeg hij de Egyptenaar dood.
Ex.02:11-
Maar Mozes zei tot God: Wie ben ik, dat ik naar farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden? Toen zeide Hij: Ik ben immers met u!
Kennelijk deed de moord op de Egyptenaar er niet toe, en de Bijbel rept er met geen woord over of deze misdaad recht gezet werd en wanneer. Oplossing is, dat het karma van Mozes l in een volgend leven kan uitwerken.
Dan is er nog het bericht over Jozef, die als zeventienjarige al een zoon des ouderdoms was.
Gn.37:02-
Jozef, zeventien jaar oud- hij was dus nog jong (…).
Gn.37:03-
En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad.
Uiteraard heeft de uitdrukking zoon des ouderdoms, hier betrekking op een gerijpte en volgroeide ziel. Maar hoe is zoiets mogelijk bij iemand op jonge leeftijd? In de Oude Wereld school het antwoord op zulke vragen wederom in reïncarnatie en karma. Een zoon des ouderdoms had zijn macht en wijsheid verkregen, doordat hij al vele levens van evolutie achter de rug had. Incarneerde zo’n Oude Ziel opnieuw, dan was er vanaf de geboorte al sprake van een zoon des ouderdoms.
Tot besluit van deze paragraaf volgt nog een laatste fragment, waaruit blijkt dat het uitverkoren zijn een kwestie van bewustzijn was (dat in de loop van vele levens werd ontwikkeld). Degenen die niet waren uitverkoren - en dat was het overgrote merendeel van Israël - bleven in diepe slaap.
Rm.11:08-
Hetgeen Israël najaagt heeft het niet gekregen, maar het uitverkoren volk heeft het gekregen en de overigen zijn verhard gelijk geschreven staat: God gaf hun een geest van diepe slaap ogen om niet te zien en oren om niet te horen tot de dag van heden.
Rond 600 voor Chr. kwam er voor het eerst in de geschiedenis meer aandacht voor de mens als individu, een proces dat zich maar zeer geleidelijk aan voltrok, want zelfs ten tijde van de Romeinse overheersing en tot ver in de Middeleeuwen was de slavernij nog een heel gangbaar verschijnsel. Parallel aan de modernere opvattingen, zien we ten tijde van het Nieuwe Testament de apostelen het Evangelie verkondigen aan eenvoudige burgers. De eerste christenen moesten uitgroeien tot een nieuwe Mens. Ook hier geldt hetzelfde, namelijk dat zo’n bewustwordingsproces, waarbij men contact moet leren maken met de Inwonende Ziel (of het Christusbewustzijn), niet te realiseren is binnen één leven.
1Pt.01:08-
Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, daar gij het einddoel des geloofs bereikt, dat is de zaligheid der zielen.
2Cor.05:17-
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen.
De “oude mens” identificeert zich met de uiterlijke wereld. De nieuwe Mens ontstaat van binnenuit. Tijdens dit proces moest men dus leren de aandacht naar binnen te richten en wel zó intens en levendig, dat een nieuwe Mens daarvan het resultaat kan worden.
Ga verder met hoofdstuk I, paragraaf 03 »