HOME
INLEIDING
HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven
HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad
HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen
HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster
HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus
Spr. 26:27-
Wie een kuil graaft, zal erin vallen, en wie een steen wentelt, op die zal hij terugrollen.
Js.61:08-
Want Ik, de HERE, heb het recht lief. Ik haat onrechtmatige roof, Ik zal hun stipt hun loon geven en een eeuwig verbond met hen sluiten.
Handel en wandel is een oud gezegde, dat voortkomt uit de Fenicische handelscultuur.
Zch.01:06-
Zoals de HERE der heerscharen Zich voorgenomen had ons te doen naar onze handel en wandel, zo heeft Hij met ons gedaan?
Ez.07:27-
Overeenkomstig hun wandel zal Ik hun doen. Naar hun gedragingen zal Ik hen richten.
Ez.11:21-
De wandel van hen die hun hart verpand hebben aan hun afschuwelijkheden en gruwelen zal Ik op hun hoofd doen neerkomen.
Volgens de wet van karma brengt iedere daad iets onherroepelijks met zich mee, namelijk dat zij als een onzichtbare kracht blijft voortbestaan. Er is geen enkele daad, die in het niets verdwijnt.
Het komt erop neer dat het effect van onze daden in een volgend leven op onszelf terugslaat, zowel ten goede als ten kwade. Goede daden leveren verdiensten (dharma) op, slechte daden brengen schuld (adharma). Aldus kweken we zoete en zure vruchten.
Jr.17:10-
Ik, de HERE doorgrondt het hart en toets de nieren, en dat om aan ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden.
Mt.07:17-
Zo brengt ieder goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen.
2Cor.09:06-
Bedenk dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten.
Wij komen dus in situaties terecht die wij zelf veroorzaken, en die als lesmateriaal dienen. Alleen op deze manier zal de mens zich kunnen bevrijden van slecht karma, positief karma kunnen opbouwen, en groeit hij steeds een stukje dichter naar zijn ziel.
Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen karma en heeft zijn lot in eigen handen. Kortom, wij scheppen ons eigen leven.
Jr.31:29-
In die dagen zal men niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn slee geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid sterven: ieder die onrijpe druiven eet, diens tanden zullen slee worden.
2Ko.14:06-
Maar de kinderen van de moordenaars bracht hij niet ter dood, overeenkomstig hetgeen geschreven staat in het wetboek van Mozes, waar de HERE geboden heeft: De vaders zullen niet om de kinderen ter dood gebracht worden, ook zullen de kinderen niet om de vaders ter dood gebracht worden; maar ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden.
Gl.06:05-
Ieder moet zijn eigen werk toetsen; dan zal hij slechts voor zichzelf stof tot roem hebben en niet voor een ander. Want ieder zal zijn eigen last dragen. (…) Dwaalt niet, God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie (op de akker van) zijn Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.
Ieder moet zijn eigen werk toetsen; ieder zal zijn eigen last dragen. Er blijken twee mogelijkheden te zijn om aan karma te voldoen. Zaaien en oogsten in de stof (vlees, dualiteit). Of zaaien en oogsten in de Geest met als doel het eeuwige Leven. De mens zal echter eerst moeten zaaien en oogsten in de stof, al was het alleen maar om tot besef te komen dat daar geen innerlijke bevrijding wordt gevonden. In tweede instantie zal deze ervaring hem voeren naar het zaaien en oogsten in de Geest.
Ofschoon de wetten van karma het decor van iemands leven bepalen, heeft elk mens de vrijheid hoe hij binnen dit decor wenst te handelen. Men kan bijvoorbeeld positief of negatief met tegenslag omgaan. Binnen deze speelruimte bezit ieder mens de keuzemogelijkheid om oud karma af te lossen, dan wel nieuw karma op te bouwen.
Vooral in het Nieuwe Testament komt tot uitdrukking dat karma geheel onpersoonlijk uitwerkt, gelijk dit bij alle kosmische wetten het geval is. Er is dus geen sprake van persoonlijke straf of wraak.
Col.03:25-
Want wie onrecht doet, zal zijn onrecht terug ontvangen en er is geen aanzien des persoons.
Spr.24:23-
Ook dit zijn (spreuken) van wijzen. Aanzien des persoons in het gericht is verkeerd.
Dt.01:17-
Gij zult in de rechtspraak de persoon niet aanzien. Gij zult de onaanzienlijke evenzeer horen als de aanzienlijke.
Ef.06:08-
Gij weet immers, dat een ieder hetzij slaaf, het zij vrije, al het goede, dat hij gedaan heeft, van de Here zal terugontvangen.
Ga verder met hoofdstuk II, paragraaf 02 »