HOME


INLEIDING

HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven

HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad

HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen

HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster

HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus

AFBEELDING A

Karma en reïncarnatie in de Bijbel

06. Vergankelijk en onvergankelijk zaad

In de Oepanishaden lezen we het volgende gedicht over een Wijze, die een van zijn leerlingen uitlegt waar hij zijn ware wezen moet zoeken.

Breng mij de vrucht van de Nyagrodhaboom!
Hier is ze, Heer.
Breek haar.
Ze is gebroken, heer.
Wat zie je nu?
De bijna onzichtbare kleine zaadjes, heer.
Breek een van hen.
Het is gebroken, heer.
Wat zie je nu?
Niets, heer.
De vader zei: "Mijn zoon, het subtiele wezen, dat je niet zien kunt, is het ware wezen waaruit de nyagrodhaboom bestaat. Geloof het, mijn zoon. In dit subtiele wezen is het Zelf van ieder ding verscholen. Dat is het ware. Het is het Zelf, en jij, o Svetaketu, bent het.

De nyagrodhaboom (een vijgenboom) stelt een soort levensboom voor die onzichtbare zaadjes voortbrengt. Toegepast op de symboliek in de Bijbel, duidt het onzichtbare zaad op de ziel (het Hoger Zelf), die uit JHWH (de alom tegenwoordig Zijnde) ontkiemt en van dezelfde aard is. Macrokosmos is microkosmos. Zo vader, zo zoon, want vader en zoon zijn van hetzelfde geslacht.
In de Bijbel wordt de onsterfelijke ziel omschreven als het onvergankelijke zaad. De ontkieming (ontwikkeling of bewustzijn ervan) zal via reïncarnatie en karma verlopen. De symboliek van het zaad en de godsvrucht sluit namelijk naadloos aan op het gezegde zoals gij zaait, zult gij oogsten, wat weer naar karma verwijst. Verkeerde daden brengen slechte, onrijpe vruchten voort; goede daden rijpe vruchten.

Mt.07:17-
Zo brengt ieder goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen.

Gl.06:05- 
Dwaalt niet, God laat niet met zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar wie (op de akker van) zijn Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten.

Jr.17:10- 
Ik, de HERE doorgrondt het hart en toets de nieren, en dat om aan ieder te geven naar zijn wegen, naar de vrucht zijner daden.

2Cor.09:06-
Bedenk dit: wie karig zaait, zal ook karig oogsten, en wie mildelijk zaait, zal ook mildelijk oogsten.

1Jh.03:09-                       
Een ieder die uit God geboren is, doet geen zonde want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.

1Pt.01:22-
(...). hebt dan elkander van harte en bestendig lief, als wedergeboren en niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad (…).

De Heilige Schrift onderscheidt vergankelijk en onvergankelijk zaad. Het zaad dat de boer in de aarde stopt en daar ontkiemt is vergankelijk. Evenzo is het menselijk lichaam dat uit mannelijke zaadcel en vrouwelijke eicel wordt geboren vergankelijk. Het onvergankelijke zaad leidt tot een geestelijke wedergeboorte (bewustzijn van de ziel).

1Cor.15:53- 
Want dit vergankelijke moet onvergankelijk aan doen en dit sterfelijke moet onsterfelijk aandoen. En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.

Jr.02:21-              
Ik echter had u geplant als een edele druif, een volkomen zuiver zaad; doch hoe zijt gij Mij veranderd in wilde ranken van een vreemde wingerd!

Het zuivere zaad refereert aan de ziel.
De druivenstok staat kaarsrecht overeind, en beeldt de rechte Weg uit.
De vreemde wingerd is een klimplant, die zich rondslingert en duidt op het Rad van reïncarnatie.
In plaats van zaad gebruikt de Heilige Schrift ook wel de typisch bijbelse term godsvrucht.

1Tm.04:08-
Oefen u in de godsvrucht. Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, doch de godsvrucht is nuttig tot alles, daar zij een belofte inhoudt van leven, in heden en toekomst.

Als er gezaaid kan worden met vergankelijk en onvergankelijk zaad, bestaan er ook twee lichamen: een vergankelijk en onvergankelijk lichaam

1Cor. 15:44-
Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt. Is er een natuurlijk  lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam.

1.
Het natuurlijk lichaam is de vertaling van het Latijnse corpus animale: bezield, levend lichaam, waarmee het voertuig van de ziel (het zielenlichaam) is bedoeld. Zaaien is de vertaling van Seminatur: zaaien, of verwekken. Seminatur verwijst naar een geboorte (nator) halfverwegen (semi), dus naar een lichamelijke geboorte en/of een geboorte van de ziel, die zich tussen stof en geest bevindt. De ziel is dus deels stoffelijk, deels geestelijk.

2.
Opwekken is de vertaling van resurgit: weer opstaan of verrijzen, waarmee de verrijzenis van de Geest
(het geestelijk lichaam) wordt aangegeven.

Ga naar hoofdstuk III »