HOME
INLEIDING
HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven
HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad
HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen
HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster
HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus
De pottenbakkers werkten gelijk andere ambachtslieden in gilden. Van Jeruzalem is bekend, dat er een pottenbakkersgilde bestond in het zuidoosten van de stad, in de buurt van Siloach, Hinnom en Rogel en zo te lezen hadden deze mensen hun eigen symboliek ontwikkeld om het proces van reïncarnatie uit te drukken.
Onderstaande tekst wordt nogmaals vermeld, omdat het werk van de pottenbakker hierin wordt aangestipt, en we nu twee aanwijzingen hebben voor reïncarnatie: de kruik die verbrijzeld wordt, én het scheprad.
Pr.12:05-
(...) want de mens gaat naar zijn eeuwig huis en de rouwklagers gaan rond op de straat-; voordat het zilveren koord losgemaakt en de gouden lamp verbroken wordt; voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad in de put verbroken wordt, en het stof wederkeert tot de aarde, zoals het geweest is, en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft.
Osiris was één van Egyptes meest belangrijke goden die de reïncarnatie en wederopstanding onder zijn
hoede had. Oorspronkelijk was hij een vegetatiegod, die de cyclische vernieuwing van het leven
belichaamde. Zijn moeder was de hemelgodin Noët en zijn vader was de aardgod Geb. De mythe vertelt dat
Osiris werd gedood door zijn broer Seth, maar dat Osiris door toedoen van zijn zuster Isis weer tot leven
werd gewekt. Overigens bestaan er nog andere versies van deze mythe. Naast de belichaming van
reïncarnatie was Osiris heerser over het doden- en schimmenrijk. Kortom, het was Osiris die tijdens het
gericht over de doden uiteindelijk het lot van de overledene bepaalde.
Globaal maakte Osiris van drie mogelijkheden gebruik om zijn oordeel te vellen.
1.
Waren de verdiensten en het geweten van de overledene niet in overeenstemming met het Recht en de
kosmische Orde van de godin Maät, dan was de weegschaal niet in evenwicht. Het gevolg hiervan was, dat
het hart van de overledene verslonden werd door het monster Amam en de ziel met behulp van de jakhals
Anubis naar een van de doden- of schimmenrijken werd afgevoerd. In dit geval zou Osiris bepalen dat de
onvolmaakte ziel op een later tijdstip moest reïncarneren in een nieuw lichaam, zodat zij een nieuwe kans
kreeg om zich op aarde verder te ontwikkelen. Dat de HERE eveneens gebruik maakte van de weegschaal
bij het dodengericht komt uitgebreid aan de orde in de publicatie over dualiteit.
Jb.31:06-
Hij wege mij op een zuivere weegschaal, dan zal God mijn onschuld erkennen.
2.
De zielen die een goed leven hadden geleid verdienden een plaats in hogere sferen. In dit geval
spreken de Egyptische geschriften over de Vredige Velden, waar het leven gelukkig was en de Zielen in
overvloed verder mochten leven. De situatie daar kwam veel overeen met het leven in het Paradijs en het
Beloofde Land.
3.
Als de weegschaal volmaakt in evenwicht was, mocht de overledene in triomf vertrekken en zich verenigen
met Osiris en Ra. Hij zou dan een ster van goud worden, zich verheugen in het gezelschap van Ra, en
bovendien mocht de overledene dan de naam Osiris dragen.
Volgens het Egyptische Dodenboek bijvoorbeeld, veranderden de namen van de Egyptenaren Ani, Hoefener
en Anhai in Ani-Osiris, Hoefener-Osiris en Anhai-Osiris.
In het bijzonder melden de grafschriften van Unas, ook wel bekend als de piramideteksten, dat de overledene die zich volmaakt had gedragen een ster van goud zou worden, en samen met de zonnegod Ra in diens zonnebark langs de hemel mocht varen, gelijk hij dit van eeuwigheid tot eeuwigheid al deed.
“Ik ben een ziel (…) Ik ben een ster van goud (…). Hier ben ik, o Ra, ik ben uw zoon, ik ben een ziel, een ster van goud (…) wees een ziel, als een levende ster”.
Het overnemen van de naam Osiris, alsmede het samen plaatsnemen in de zonnebark, duidt op de vereniging van de overledene met de twee goden.
De levende sterren van goud verklaren een aantal gegevens in de Heilige Schrift. Om te beginnen lezen we in het Oude Testament al over deze sterren.
Gn.26:04-
En Ik zal uw nageslacht vermenigvuldigen als de sterren des hemels (…).
Dt.10:32-
Met zeventig zielen trokken uw vaderen naar Egypte, en thans heeft de HERE, uw God, u talrijk gemaakt als de sterren des hemels.
Jb. 38:07-
(…) terwijl de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden?
Dn.12:02-
Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, deze tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos.
Degenen die gerechtigheid hadden gebracht, zouden voor eeuwig glanzen als sterren.
Hieronder betreft het de koning van Babel, wiens ster uit de hemel was gevallen.
Js.14:09-
Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads, hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegdet nog wel: ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel, in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste der groeve.