HOME


INLEIDING

HOOFDSTUK I
01. Rechtvaardigheid
02. De uitverkorenen
03. De nieuwe Mens
04. Van Oude naar Nieuwe Testament
05. Volmaakt in één leven?
06. Twee wegen, één leven

HOOFDSTUK II:
01. De leerschool
02. Karma in de Bijbel
03. Handelen
04. De zonde
05. Groepskarma
06. Vergankelijk, onvergankelijk zaad

HOOFDSTUK III:
01. Reïncarnatie en de ziel
02. De cyclus van de ziel
03. De ziel in de Bijbel
04. Incarnatie en excarnatie
05. Herleven
06. Wederkeren
07. Het dal der macaberen

HOOFDSTUK IV:
Inleiding
01. De zonnegod Ra
02. Chnoem, de pottenbakker
03. Osiris en de morgenster

HOOFDSTUK V:
01. Elia en Johannes de Doper
02. Koning Saul en Paulus
03. Koning Salomo en Prediker
04. Christus
05. Wederkomst van Jezus/Christus
06. Koning David en Jezus

AFBEELDING A

Karma en reïncarnatie in de Bijbel

Dat we deze drie belangrijke stadia kunnen koppelen aan het proces van reïncarnatie valt op te maken uit Ef.04:09.

Ef.04:09-                                              
Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten?  Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen.

Alvorens de Christus kon neerdalen in Jezus, had hij alle lagere sferen (gewesten) doorlopen en uiteindelijk het allerhoogste bereikt. Aangezien Jezus het grote voorbeeld is en wij zijn weg moeten volgen, geldt het passeren van bovengenoemde drie fasen in principe voor ieder mens, wat deels bij Paulus tot uitdrukking zou komen. In zijn vorig leven had hij zich als koning Saul geïdentificeerd met de stof, en in het leven als Paulus zou hij zich verenigen met de Christus (de Zoon, het zielsaspect).

Hd.22:08-
Saul, Saul, waarom vervolgt gij Mij? En ik antwoordde: Wie zijt Gij, Here? En Hij zeide tot mij: Ik ben Jezus, de Nazoreeër, die gij vervolgt.

Hd.09:17:
En Ananias ging heen en kwam in het huis en hij legde hem de handen op en zeide: Saul, broeder, de Here heeft mij gezonden, Jezus, die u verschenen is op de weg, waarlangs gij gekomen zijt, opdat gij weer zoudt zien en met de Heilige Geest vervuld zou worden. En terstond vielen hem als schubben van de ogen en hij kon weer zien, en hij stond op, en werd gedoopt (…).

Gl.01:15-
Maar toen het Hem, die mij van de schoot mijner moeder aan afgezonderd en door zijn genade geroepen heeft, behaagd had, Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem onder de heidenen verkondigen zou, ben ik geen ogenblik te rade gegaan met vlees en bloed (…).

Hd.01:11-            
Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen.

05. Wederkomst van Christus

Belangrijk geloofspunt van de christenen was de verrijzenis van Jezus op de derde dag na zijn dood, en na de verrijzenis geloofden zij in Zijn spoedige wederkomst op aarde.

Opb.22:07-          
En zie, Ik kom spoedig.

Opb.22:12-          
Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.

1Thes. 04:05-
(…) immers gij weet immers zelf zeer goed, dat de dag des Heren zó komt, als een dief in de nacht.

Hd.01:11-            
Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen.

Hoe moeten wij deze wederkomst nu interpreteren? In een wereld waar goden zoals Adonis, Osiris en Re gelijk de zon om de haverklap in het dodenrijk afdaalden om vervolgens weer snel te verrijzen, was het niet abnormaal dat de eerste christenen - nauwelijks 30 jaar na de dood van Jezus - overtuigd waren van Zijn spoedige wederkomst. Goden ook, die bij de Egyptenaren het symbool waren voor reïncarnatie, in het bijzonder Osiris.
Jezus had echter het laatste stadium (de vereniging met de Vader) bereikt, waardoor reïncarnaties in principe niet meer nodig waren. Naarmate Zijn wederkomst op zich liet wachten, ontstond er onder de vroege christenen een nieuwe interpretatie van Zijn terugkeer op aarde, en begon men in een ander soort wederkomst te geloven, namelijk de innerlijke vereniging met Christus (zie vorige paragraaf ). 
In feite valt de wederkomst van Jezus Christus dus op twee manieren uit te leggen.

1.
Voorzover het de wederkomst van de Persoon Jezus betreft, zal men gedacht hebben aan reïncarnatie, een volgende geboorte in het vlees.

2
De verschijning van Christus (bijvoorbeeld aan Paulus) kunnen we evenzo als een wederkomst beschouwen. Deze berustte op een visioen of denkbeeld, waarbij Paulus de gestalte waarnam van de Levende Christus die tegen hem sprak. Hier betrof het evenzo een komst in het vlees, namelijk in het vlees van Paulus. Christus of het Christusbewustzijn ontwaakt in de Mens, en komt in zijn vlees tot leven. In principe heeft het visioen van Paulus dus niets met reïncarnatie te maken, hoewel het bereiken van het doel - de vereniging met Christus - wel degelijk wordt bepaald door reïncarnatie en karmische achtergronden.

Meer uitleg over de wederkomst wordt hieronder gegeven bij Mt.24:03 en Mt.24:27, waar de komst de vertaling is van het Latijnse woord adventus: opkomen, komst. De tweede komst zou plaats vinden als de tijd rijp was, dat wil zeggen: op een bestemde tijd, dus volgens een bepaald Plan.

Mt. 24:03-           
Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons, wanneer zal dat geschieden en wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld?

Mt.24:32-
Leert dan van de vijgeboom deze les: Wanneer zijn hout reeds week wordt, en de bladeren doen uitspruiten, weet gij daaraan , dat de zomer nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur.

Ga verder met hoofdstuk V, paragraaf 05 »