HOOFDSTUK I: De persoon
01. Geen aanzien des persoons
02. Begoocheling
03. Egoïsme
04. Over mijn en dijn
05. Begeerte
06. De buik
07. De slavernij
HOOFDSTUK II: Ken uzelve
01. Het Zelf
02. De ziel
03. De nieuwe Mens
HOOFDSTUK III: Transformatie
01. Meerdere niveaus
02. Denken
03. Willen
04. Gevoelens
05. De schillen afpellen
06. De aarden vaten
07. Binnen en buiten
HOOFDSTUK IV: Verwantschap
01. De wet van analogie
02. Zo vader, zo zoon
03. Allen zonen Gods
04. De kinderkens
05. Het zaad
06. Erfelijkheid
07. Erfgenamen en erfdeel
08. Broeders en zusters
3.
De Bijbel uit 1964 heeft het niet meer over zielen, maar over mensen. Vergelijk de tekst uit 1910 met een modernere versie uit 1964.
Gn.14:21- (1910)
En de Koning van Sodom zeide tot Abram: Geef mij de zielen, maar neemt de have voor u.
Gn.14:21- (1964)
En de koning van Sodom nu zeide tot Abram: Geef mij de mensen, en behoud de have voor u.
De koning van Sodom wilde de zielen voor zichzelf houden, en de have (het bezit, grondbezit) aan Abram schenken. De pointe is nu dat Abram niet wilde instemmen met deze verdeling. Hij weigerde de have en wilde de zielen (te weten: Aner, Eskol en Mamre) niet weggeven aan de koning van Sodom.
Gn.14:23-
Zelfs geen draad of schoenriem, ja, niets van het uwe zal ik nemen, opdat gij niet kunt zeggen: Ik heb Abram rijk gemaakt.
De essentie van het verhaal komt niet meer uit de verf wanneer de zielen worden vertaald door mensen.
4.
Jb.22:08- (1910)
(…) maar was er een man van geweld, voor dien was het land, en een aanzienlijk persoon
woonde daarin.
Jb.22:08- (1964)
(…) maar de man met krachtige arm, die behoorde het land, en de aanzienlijke, die woonde er
(...).
In de Bijbel van 1910 is nefesj (ziel) vertaald door aanzienlijk persoon, terwijl het hier om de ziel handelt. Het woord aanzienlijk verwijst nog wel naar de hoge status van de ziel. In de Bijbel van 1964 is het woordje persoon dan ook weggelaten.
5.
Ps.105:18- (1910)
Jozef werd verkocht tot een slaaf.
Men drukte zijne voeten in den stok,
zijn persoon kwam in de ijzers.
Ps.105:18- (1964)
Jozef werd als slaaf verkocht
men knelde zijn voeten in boeien
hij kwam in de ijzers.
In de Bijbel van 1910 werd Jozef als slaaf verkocht, waardoor zijn persoon in de ijzers kwam. In de Bijbel van 1964 werd persoon vervangen door hij, terwijl persoon hier veel relevanter is.
6.
2Sm.17:11- (1910)
Maar ik rade, dat in alle haast tot u verzameld worde gansch Israël, van Dan tot Berséba toe, als zand dat aan de zee is in menigte; en dat uw persoon medega in den strijd (…).
2Sm.17:11- (1964)
Daarom raad ik u: laat heel Israël van Dan af tot Berséba toe zich om u verzamelen, talrijk als het zand bij de zee; zelf moet gij u ook in het strijdgewoel begeven (…).
Het is de persoon die moest meegaan in de strijd (1910). In 1964 is persoon vervangen door gij.
7.
De moeilijkheden inzake de vertaling van het hoger Zelf (ziel) worden nog vergroot doordat men de ziel omschreef als natuur.
1Cor.15: 45-
Is er een natuurlijk lichaam, er bestaat ook een geestelijk lichaam. Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. De eerste mens Adam, is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel (…).
Het betreffen hier drie fasen van Adam.
a.
De eerste Adam was uit de aarde (stoffelijk).
b.
Vervolgens werd hij een levende ziel. Het betreft hier dus de tweede mens. Het natuurlijk lichaam en het natuurlijke (Latijn animale: ziel) hebben hier betrekking op de levende ziel.
c.
De laatste Adam werd een levendmakende geest. Dit is de derde Adam.
Vergelijk fase 1 en 2 met Gn.02:07 uit 1910.
Gn.02:07-
(...) toen formeerde de HERE God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levende ziel.