HOOFDSTUK I
01. Persoonlijke gegevens Paulus
02. Paulus als Romeins burger
03. Paulus, de Hebreeër
04. Paulus, de Nazoreeër
05. Paulus en de eerste christenen
HOOFDSTUK II
01. Reïncarnatie en rechtvaardigheid
02. Karma en daden van Paulus
03. Saulus en koning Saul
HOOFDSTUK III
01. Gebrekkige verslaggeving
02. Zendingsreizen anders bekeken
03. Van Damascus naar Arabië
04. De reis naar Rome (reis IV)
05. De rechterhand (reis II)
06. Weer naar Macedonië (reis III)
07. De reis naar Spanje
08. De eerste reis van Paulus
HOOFDSTUK IV
01. Levensweg in vier fasen
02. Ontmoeting met de leeuw
03. De rechterhand
04. Farao met rode kroon
05. Jeruzalem, hart van het geloof
06. Drie heilige punten
07. Uitstel van de reis naar Rome
08. Tweede brief aan Timotheüs
09. Nogmaals de Hebreeën
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afb.01: de sfinx
NAAR ARABIË
Afb.02: de reis naar Arabië
Afb.02: Rechte straat in Damascus
DE REIS NAAR ROME
Afb.A1: overzicht
Afb.A2: de reis van punt tot punt
Afb.A3: Kreta
Afb.A4: Syrtis
Afb.A5: het oog
Afb.A6:
Via Appia
DE RECHTERHAND
(reis II)
Afb.B1: de reis van punt tot punt
Afb.B2: provinciekaart
Afb.B3: de leeuwenpoot
Afb.B4: Samothracé
Afb.B4: de via Egnatia
DE DERDE REIS
Afb.C1: overzicht
Afb.C2:
de reis van punt tot punt
Afb.C3:
provinciekaart
Afb.C4: het oor
Afb.C5:
achterzijde rode kroon
DE EERSTE REIS
Afb.D1: de reis van punt tot punt
OVERIGE
Afb.03: de slang oeto
Afb.04: de vier evangelisten
Afb.05: de zeven sterren
Afb.06: eigenhandige groet
Afb.07: het oude Jeruzalem
Afb.08:
drie heilige punten
HOOFDSTUK III: DE ZENDINGSREIZEN
III.01: gebrekkige verslaggeving
Een overzicht van de vier zendingsreizen van Paulus treffen we aan in het boek Handelingen. De reislustige apostel ging eerst naar Cyprus, trok twee maal naar Macedonië en op zijn laatste reis bezocht hij Rome. Begin -en eindpunt van zijn reizen waren steeds het Heilige Land: Jeruzalem, dan wel Antiochië in Syrië. Voor aanvullende informatie over de reizen moet de lezer zich richten tot de brieven van Paulus. In deze brieven wordt zijdelings nog gerept over een reis naar Spanje (Rm.15:23), een reis naar Arabië (Gl.01:17) en een verblijf in de stad Nicópolis (Tit.03:12).
Alvorens we de zendingsreizen stap voor stap gaan volgen om de symbolische betekenis boven tafel te krijgen, is het nuttig om nog even uit te leggen welke bezwaren er zijn tegen een letterlijke interpretatie. We zetten de meest belangrijke argumenten op een rijtje.
1.
Ofschoon Paulus in een politiek roerige tijd leefde, ontbreekt een historisch kader in de verslaggeving waardoor hij in een soort maatschappelijk vacuüm reist, en er weinig of niets valt te verifiëren over de historiciteit van de apostel.
Over de periode van de eerste christenen is helaas maar weinig bekend. Volgens de Bijbel waren de discipelen eenvoudige mensen die niet konden lezen en schrijven, zodat de informatie over Jezus, in eerste instantie mondeling werd verspreid. Met name ontstonden er rond Zijn geboorte allerlei legendes. Sinds de eerste eeuw na Chr. werd een en ander in notitieboekjes genoteerd, en verzond men briefjes naar diverse gemeenten, die weer werden overgeschreven en doorgestuurd naar andere gemeenten.
Col.04:16-
En wanneer deze brief bij u is voorgelezen, zorgt dan, dat hij ook in de gemeente te Laodicéa voorgelezen wordt en dat ook gij die van Loadicéa u laat voorlezen.
In de beginperiode hadden vele christenen zich in sektes afgescheiden, omdat er nog geen duidelijke doctrine was vastgesteld. Sommige christenen waren het oneens met de inhoud van de vier Evangeliën en begonnen met behulp van de bestaande informatie, en wat zij links en rechts mondeling hadden vernomen een eigen evangelie op schrift te stellen. Al met al verschenen er diverse vertolkingen over het leven van Jezus en de apostelen. Dit blijkt niet alleen uit de Apocriefe werken maar ook uit de Evangeliën in het Nieuwe Testament, die alle vier een andere kant van Jezus belichten.
Hoewel de Kerk slechts enkele geschriften als canoniek heeft aanvaard, circuleerden er vele evangeliën, handelingen, brieven, gedeeltes daaruit of andere versies. Het Evangelie naar Johannes eindigt dan ook met de volgende woorden.
Joh.21:25-
Er zijn echter nog vele andere dingen, die Jezus gedaan heeft; indien deze één voor één beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten.
Alles bij elkaar rijst dan toch de vraag wat waarheid is en wat niet. En we kunnen alleen maar hopen dat de kerkvaders die uiteindelijk bepaalden welke informatie er in het Nieuwe Testament werd toegelaten, het bij het rechte eind hadden.
2.
Daar het Evangelie naar Lucas en het boek Handelingen beide zijn opgedragen aan Théofilus, neemt men aan dat de Handelingen eveneens van Lucas’ hand zijn.
Hd.01:01-
Mijn eerste boek heb ik gemaakt, Théofilus, over al wat Jezus is begonnen te doen en te leren.
Het boek Handelingen waarin een overzicht van Paulus’ zendingsreizen is opgenomen, zou het tweede werkstuk van Lucas zijn. Daar sommige delen van de zendingsreizen in de wij-stijl zijn geschreven, vermoedt men dat Lucas zijn reisverslag opstelde terwijl hij ooggetuige en reisgenoot van Paulus was. Daar staat tegenover dat Paulus in zijn brieven slechts een paar keer zeer summier over Lucas spreekt, en niet eens als verslaggever, maar als arts en medearbeider. Bovendien wordt maar één keer verteld dat Lucas bij Paulus aanwezig was, namelijk bij 1Tim.04:11.
Col.04:14-
De geliefde geneesheer Lucas en ook Demas laten u groeten.
Fil.24-
Epafras, mijn medegevangene in Christus Jezus, laat u groeten, en Marcus , Aristárchus, Demas en Lucas, mijn medearbeiders.
1Tim.04:11-
Alleen Lucas is nog bij mij.
De weinige gegevens doen niet bepaald overtuigen, dat Lucas de auteur van de zendingsreizen in het boek Handelingen was. Evenmin blijkt dat Lucas (als journalist) voortdurend deel uitmaakte van het reisgezelschap.
Dat het boek Handelingen en de zendingsreizen van Paulus door Lucas werden geschreven, vraagt dus om nuancering.
Om te beginnen blikken we terug op zijn eerste werk, het Evangelie naar Lucas. Volgens wetenschappelijk onderzoek werd dit evangelie op zijn vroegst omstreeks de jaren 80-90 na Chr. voltooid. De reden dat de vier Evangeliën zo laat geschreven zijn, schuilt in het gegeven dat men na de dood van Jezus op Zijn spoedige wederkomst rekenden, en er pas behoefte ontstond Zijn geschiedenis op schrift te stellen, naarmate de wederkomst op zich liet wachten. Een andere aanleiding om de geschiedenis vast te leggen, was de verwoesting van Jeruzalem door Titus in het jaar 70 na Chr. De tempel die Herodus had laten bouwen was met de grond gelijk gemaakt, zodat Israël van de kaart was geveegd en de joden zich buiten Palestina zouden verspreiden.
Ga verder met hoofdstuk III, paragraaf 01 »