HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk
HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd
HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
2.
Als tweede excuus voor het ontbreken van bewijsmateriaal over Israël, wordt wel geopperd dat hun schrijvers boekrollen gebruikten. Papier dus dat vochtgevoelig is, door insecten kan worden aangevreten, en veel sneller vergaat dan kleitabletten en inscripties op stenen muren. Rollen die langer houdbaar bleven, werden van leer of perkament gemaakt, een uiterst dunne dierenhuid die veel preparatie vergde en een stuk duurder was. In een droog klimaat bleef de conservering lange tijd goed, zeker wanneer de rollen op een veilig plaats werden opgeborgen, zoals in kruiken. Maar zelfs papyrus bleef lang bewaard.
Bewijzen hiervoor zijn de vele papyrusrollen die in Egypte werden teruggevonden. Onder andere stammen de Rhind-papyrus en Moskou-papyrus, twee Oud-Egyptische geschriften, al uit 2000-1550 voor Chr. Het Egyptische dodenboek is eveneens op papyrus geschreven. De oudste papyrus is een brief uit Sakkara en stamt uit de 6e dynastie (2470-2270 voor Chr.).
Dat de boekrollen van Israël zouden zijn vergaan, en wel allemaal, is dus een ongeloofwaardig verhaal.
3.
Als derde argument voor het ontbreken van bewijzen over het oude Israël wordt wel aangevoerd, dat het verboden was om beelden te maken, en Israël geen grote monumenten bezat, waarop verslag kon worden uitgebracht, zoals in de omringende landen gebruikelijk was. Bijvoorbeeld bij de Egyptische pyramide-teksten en in Assyrië.
Ez.23:14-
(...) immers, zij zag mannen op de muur getekend, afbeeldingen van Chaldeeën, met menie
getekend, aan de heupen met een gordel omgord, met een overhangende tulband op het hoofd;
allen er uitziende als ridders, gelijkend op mensen uit Babel der Chaldeeën, hun geboorteland.
Er zijn echter aanwijzingen in de Bijbel te vinden, dat Israël ook wel gewend was op kleitabletten, stenen en rotsen te schrijven. De tien geboden werden in ieder geval op stenen tafelen geschreven. Toen de Israëlieten de Jordaan overtrokken en in Kanaän arriveerden, werd er eveneens op stenen geschreven.
Dt.27:04-
Als gij dan de Jordaan overgetrokken zijt, zult gij deze stenen, ten aanzien waarvan ik u heden opdracht geef, op de berg Ebal oprichten en met kalk bestrijken.
Jb.19:23 deelt mee, dat er behalve papyrus nog ander schrijfmateriaal werd gebruikt, dat veel duurzamer was.
Jb.19:23-
Och, of mijn woorden toch werden opgeschreven, och, of zij kwamen in een boek, met een ijzeren stift in lood werden gegrift, voor eeuwig gehouwen in een rots!
Wat in de rots werd gehouwen, daarvan begreep Job al dat het tot in de eeuwigheid bewaard zou blijven voor het nageslacht. Goede vraag is, waarom Israël haar geschiedenis dan in boekrollen noteerde, waarvan men wist dat zij minder lang houdbaar bleven, want dat is vragen om moeilijkheden.
03. Werkelijkheid en fictie
Ondanks alle twijfels over een letterlijke interpretatie, kunnen we niet stellen dat alles in de Bijbel op symboliek berust, want daarvoor komt de geschiedenis van Israël té reëel op ons over. Vooral, omdat in deze historie - in tegenstelling tot de mythologische verhalen - mensen centraal staan, en die leven niet in een schijnwereld. Zoals al is aangegeven, wordt het werkelijkheidsgehalte in de Bijbel grotendeels bepaald door de omgeving waarin de geschiedenis van Israël zich afspeelt: Egypte, Mesopotamië, Kanaän en de inheemse volkeren wiens bestaan ruimschoots is bewezen. Van de Israëlieten weten wij nog steeds niet of ze in werkelijkheid hebben geleefd. Blijken zij gefingeerde personen te zijn, dan is hun geschiedenis dat evenzo.
Het dilemma of de geschiedenis van Israël verzonnen is of waar gebeurd, lijkt het gevolg te zijn van een zeer nauwkeurige mengeling van werkelijkheid en fictie. In deze paragraaf doen we een paar suggesties hoe deze twee aspecten met elkaar verweven zijn, en wat de beweegredenen daarvan geweest kunnen zijn.
Hoe en waar de geschiedenis van Israël op schrift werd gesteld, is niet met zekerheid te achterhalen. Waarschijnlijk is men pas tijdens of ná de Babylonische ballingschap begonnen met het verzamelen van een aanzienlijk aantal gegevens, die uit de buurlanden van Israël stammen. In de Bijbel zijn namelijk talloze elementen te destilleren die afkomstig zijn uit Mesopotamië, Egypte, Griekenland en Kanaän. Meestal gaat het om korte opmerkingen en kleine stukjes tekst die ontleend zijn aan verzen, wetboeken, brieven, mythologische verhalen, spreuken met levenswijsheid, of oude legenden uit de heidense wereld.
Vervolgens kan dit materiaal zijn aangevuld met verhalen uit het verleden van Israël zelf; voor zover hier tenminste iets over bekend was. Uiteindelijk werd alles aangepast aan een Hebreeuwse cultuur, en verwerkt tot een geschiedenis over Israël. Het moet gezegd, dat een dergelijk procedé niet zozeer een feitelijk gebeurde geschiedenis veronderstelt, maar een in scène gezet verhaal waar ettelijke jaren over is nagedacht.
Hoe het ook zij, twee zaken vallen direct op in de Bijbel.
1.
Enerzijds levert zij veel feitelijke informatie over het gewone dagelijkse leven van mensen en hun gebruiken, hun godsdienst, de handel, topografische gegevens, etc. Gegevens die héél letterlijk zijn te interpreteren, en aantonen dat de auteurs en samenstellers van de Bijbel in ieder geval goed bekend waren met de omgeving.
2.
Anderzijds valt niet te ontkennen dat de verhalen gekunsteld zijn, en er een groot gedeelte werd bijbedacht. Op dit moment zal de symboliek een woordje meespreken.
Ga verder met hoofdstuk I, paragraaf 03 »