HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk
HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd
HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
04. Israël en Heilig Land
Wat waarschijnlijk meespeelt bij de vermenging van werkelijkheid en fictie, was de algemene opvatting van ingewijden en mystici dat ons totale bestaan uit een subjectief en objectief deel bestaat, waarbij het sub-jectieve deel (het geestelijke niveau) volkomen was geïntegreerd in het objectieve deel (het stoffelijke niveau). In feite drukte het onzichtbare subjectieve leven zich uit in het zichtbaar objectieve leven. De grens tussen het leven op aarde en het leven aan Gene Zijde was in de Oudheid flinterdun. Zo zijn er in de Egyptische graven veel brieven gevonden die nabestaanden aan hun overleden familieleden schreven, wat een dynamisch contact veronderstelt tussen de levenden en de doden. Laatsten gingen in het hiernamaals blijkbaar gewoon verder met hun leven. Leven in de Oude Wereld hield dus in, dat het zich op twee niveaus afspeelde, en dit lijkt eveneens het geval bij de geschiedenis over Israël.
Er bestaan genoeg aanwijzingen dat een scheiding tussen het aardse bestaan en Gene Zijde óók door Israël uiterst vaag werd ervaren. Hun God was geen aparte dimensie naast het aardse leven, want de Israëlieten hadden een actief contact met Hem. De HERE kon plotseling op een berg verschijnen of in het midden van het vuur. Engelen zagen eruit als mensen, en gewone mensen konden zomaar vleugels krijgen. In het Nieuwe Testament verschijnen Mozes en Elia die al eeuwen overleden waren. En zo zijn er vele voorbeelden in de Bijbel te vinden, dar realiteit en fictie als vanzelfsprekend in elkaar overvloeiden.Behalve dat de grens tussen het aardse bestaan en het hiernamaals flinterdun was, leken beide niveaus op elkaar, want zoals gezegd was het objectieve aspect slechts de uitdrukking van het subjectieve aspect.
Het leven op aarde was daarmee een gelijkenis van het leven aan Gene Zijde. Het aardse Jeruzalem leek op het hemelse Jeruzalem, de innerlijke mens op de uiterlijke mens, etc.
De Egyptische dodenboeken verklaren, dat het leven in Egypte nauwelijks verschilde van het bestaan in de Vredige Velden, een gebied aan Gene Zijde waar de overledenen na hun dood terecht kwamen. Hier in de Vredige Velden, werd op dezelfde wijze als in Egypte landbouw en veeteelt bedreven, en bovenal leidde men er een gelukkig leven.
Interessant is nu, dat de omschrijving van de Vredige Velden veel overeenkomst vertoont met het Beloofde Land, want hierdoor rijst het vermoeden dat het oude Israël zich óók op twee niveaus afspeelde.
Op objectief niveau als een landstreek in Kanaän; op subjectief niveau als een Heilig Land aan Gene Zijde, dat er precies eender uitzag.
We kunnen iets meer van dit soort opvattingen begrijpen door er een stukje ideeënleer van Plato bij te betrekken. Plato's ideeën zijn niet te vergelijken met wat we tegenwoordig gedachtes noemen, die vrij onbewust komen en gaan. Een idee werd namelijk zorgvuldig in de geest opgebouwd, zodat er een duidelijk beeld voor het geestesoog verscheen. Plato zag ideeën als onveranderlijk en werkelijk bestaand. Ideeën functioneerden als oerbeelden of archetypen, die alleen in de gedachtewereld leefden. Door ze te denken begonnen ze te leven en kregen ze bestaansrecht.
Elke schepping of creatie begint met een idee.
De demiurg of goddelijke ambachtsman had het universum geschapen door zijn ideeën over de ordening van het heelal. De stoffelijke wereld was echter veranderlijk en slechts een afbeelding van zijn ideeën.
Volgens de wet van analogie was de mens evenzo in staat door middel van ideeën iets te kunnen scheppen. Een architect bijvoorbeeld, zal beginnen met een idee over een huis, waarna hij zijn plannen op stoffelijk niveau zal realiseren. En een schrijver zal eerst ideeën moeten uitwerken, voor hij zijn roman op papier kan zetten.
Om terug te komen op Israël: het Beloofde Land zal aanvankelijk een oerbeeld of idee zijn geweest, dat in de geest leefde en bestond. Maar wat ooit als idee was beloofd, moest nog gerealiseerd worden. Hetzij door Kanaän feitelijk te veroveren, hetzij door op schrift te stellen wat men in de geest als werkelijkheid beleefde.
Wellicht betrof de strijd die Israël om het Beloofde Land voerde dus slechts een innerlijke strijd, die niet anders dan als een symbolische geschiedenis genoteerd kon worden.
Of er ooit een land Israël heeft bestaan op Kanaänitisch grondgebied, blijft voorlopig de vraag. Wellicht hoopte of verwachtte men, dat de oerbeelden over een Heilig Land zich in de toekomst daadwerkelijk op aarde zouden manifesteren. In ieder geval bleef het idee van een Heilig Land in de herinnering voortleven door haar op schrift te stellen voor het nageslacht; zoals de geest het ooit had beleefd in een vroeger bestaan.
Gezien bovenstaande, kan de hele geschiedenis van Israël wel eens bedoeld zijn geweest als de op schrift genoteerde expressie van een historie, die in de psyche werd beleefd. Niet als fantasie, maar als werkelijk bestaand, gelijk de Egyptenaren een leven aan Gene Zijde erkenden in de Vredige Velden. En dit kan verklaren waarom de geschiedenis van Israël een mengeling van fictie en realiteit is.
1.
Het klinkt vrij logisch, dat ingewijden en mystici uitdrukking wilden geven aan hun ideeën en innerlijke belevingswereld, door die op schrift te stellen. Hun persoonlijke ervaringen waren belangrijk genoeg om ze aan het nageslacht door te geven. We zien deze mensen dus de rietpen pakken om een en ander vast te leggen. Zij beschreven hoe het geestelijke levenspad bij hen was verlopen, en hoe latere generaties dezelfde weg hadden af te leggen. Kortom, men bracht verslag uit van een geschiedenis, die zowel uit persoonlijke ervaringen bestond, als uit een overzicht van onze geestelijke evolutie in het algemeen.
In beide situaties gaat het om innerlijke ervaringen van échte mensen, en die kunnen onmogelijk in een fictieve wereld rondwandelen. Een verhaal over mensen wordt pas serieus genomen, als het werkelijkheids-gehalte bezit. Bijvoorbeeld door ze een naam te geven, doordat ze in een bestaand decor optreden, langs bekende wegen reizen en in een herkenbare omgeving zoals Kanaän leven.
2.
De moeilijkheid is dat geestelijke ontwikkeling een onzichtbaar proces is, dat alleen kan worden uitgedrukt door middel van metaforen, bijvoorbeeld door een “geschiedenis”. Het meest bekende symbool hiervoor is de levensweg, die volgens een bepaald Plan verloopt en naar een geestelijk Doel toewerkt, bijvoorbeeld Eenheid of Verlichting.
De symbolische geschiedenis van Israël, berust op het wandelen langs zo'n levensweg. Zie hiervoor de publicatie “Fenicië en de Derde Weg”. We zien de Israëlieten langs de Derde Weg reizen, of er juist vandaan. De Bijbel beschrijft welke stappen het volk van Israël moest nemen om dit Pad te volgen en welke stappen beter maar niet.
Voor de symboliek werden bestaande wegen in Kanaän gebruikt, de Zeeweg, de Weg van Horus en de Derde Weg die er tussen lag. De drie wegen, alsmede de gebeurtenissen er omheen, waren bedoeld als zichtbaar evenbeeld van hetgeen men zich in de psyche van de levensweg voorstelde. In deze context werd er een geschiedenis van Israël in scène gezet, die als vergelijkend materiaal moest dienen voor wat zich in de geest afspeelde.
De combinatie van deze twee punten levert een pseudohistorisch verhaal op, dat in het midden laat of het over mensen van vlees en bloed gaat, of over gefingeerde figuren.
Draait de Bijbel inderdaad om pseudohistorie, dan bevinden zij die uitsluitend waarde hechten aan een letterlijke interpretatie, zich in een lastige spagaat. We moeten ons namelijk eens indenken: schriftgeleerden zochten als ware koorddansers een balans tussen feiten en fictie, terwijl men eeuwen later van pseudo-historie feitelijke historie wil maken, en naarstig op zoek gaat naar bewijsmateriaal over Israël.
Een dergelijke ambitie komt neer op het zoeken naar het rode mutsje van Roodkapje, terwijl men de essentiële boodschap mist.
Ga naar hoofdstuk I, paragraaf 05 »