HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk
HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd
HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
Het tegenovergestelde van koren (eeuwig leven) was vlees, symbool voor het stoffelijke bestaan en het eindige leven.
Bovenstaande voorbeelden tonen aan, dat symbolen niet altijd als zodanig te herkennen zijn. Zonder nadere uitleg komen lezers namelijk niet op het idee, dat koren wel eens een symbool voor het eeuwige Leven en de opstanding kan zijn. Door nu de fragmenten te rubriceren, die over koren, brood, manna en overige associaties handelen, komt veel beter tot uitdrukking dat we met symboliek te maken hebben. Voor de diepere betekenis ervan, kunnen we zo nodig te raden gaan bij Israëls buurlanden. In geval van het koren vinden we de betekenis bij Egypte.
02. Gelijkenissen
Aangezien de objectief waarneembare vormwereld de uitdrukking is van het subjectieve geestelijke leven, lijken beide werelden op elkaar. Een bijzonder vorm van een symbool is dus de gelijkenis, een zeer belangrijk hulpmiddel om te omschrijven wat zich in de psyche afspeelt. Een gelijkenis bestaat uit een bekend concreet gegeven, dat als twee druppels water op een innerlijke ervaring lijkt, en daarom uitermate geschikt is om het verborgene onder woorden te brengen. Een treffend voorbeeld van een gelijkenis is het licht van de zon, dat lijkt op het innerlijk Licht, helderheid van geest of helder bewustzijn.
Voordeel van een gelijkenis is, dat zij de innerlijke ervaringswereld op een meer begrijpelijke manier bespreekbaar maakt, en men elkaars ervaringen tot op zekere hoogte kan toetsen, omdat een bepaald beeld dezelfde ervaring oproept. Bij andere symbolen is dit lastiger, omdat het vergelijkend materiaal ontbreekt. Zo heeft koren in feite niets te maken met de opstanding.
We moeten echter wel beseffen, dat ook gelijkenissen hooguit als imitatie op innerlijke ervaringen lijken, maar er niet identiek aan zijn. Het Heilig Huwelijk bijvoorbeeld, wordt graag vergeleken met een bruiloft tussen man en vrouw, en toch zijn zij niet hetzelfde want in het eerste geval gaat het om de Vereniging tussen stof (vrouwelijk) en geest (mannelijk). Verder kan de gelijkenis een andere voorstelling opleveren, wanneer zij zich op een andere niveaus voordoen. De zon of innerlijke Zon herkende men bijvoorbeeld in het mensenrijk bij de koning, farao's of godszonen; in het dierenrijk bij de leeuw, in het plantenrijk bij goudgeel koren, en in het mineralenrijk bij het goud.
Probleem was en is nog steeds, dat de essentie van beeldspraak niet begrepen wordt als de bijbehorende ervaring afwezig is, en zij alsnog een gesloten boek blijft. Vandaar de opmerking in Mc.04:33 dat gelijkenissen alleen van nut zijn voor degenen die kunnen horen.
Mc.04:33-
En in vele dergelijke gelijkenissen sprak Hij het woord tot hen, naardat zij het konden horen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet, maar afzonderlijk aan zijn discipelen verklaarde Hij alles.
Mt.13:34-
Dit alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de scharen en zonder gelijkenissen zeide Hij niets tot
hen, opdat vervult zou worden het woord, gesproken door de profeet,
toen hij zeide: Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen,
Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is.
Mt.13:13-
Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of
begrijpen.
De mens kan ziende niet zien en horende niet horen. We kunnen hieruit opmaken dat er een vorm van waarneming, een soort schouwen of bewustzijn, bestaat dat voorbij of achter de zintuiglijke waarneming ligt, maar waar de doorsnee mens geen weet van heeft. En wat men niet beseft, kan als geheim of geheimzinnig worden opgevat. In die zin kunnen symboliek en gelijkenissen als een soort geheimtaal werken. Men was onbewust van datgene wat achter de sluier van de eigen geest verborgen lag, zoals kleine kinderen nog geen besef hebben van de grote mensenwereld, die zich pas geleidelijk voor hen ontvouwt.
Volgens de Wijzen wordt dit onbesef vooral veroorzaakt, doordat wij onze aandacht op de buitenwereld en de materie richten, en niet gewend zijn om de blik naar binnen te keren. Vele fragmenten in de Bijbel wijzen op het onbesef en onbegrip.
Dt.32:28-
Want zij zijn een volk dat elk begrip mist en er is bij hen geen inzicht. Indien zij wijs waren,
zouden zij dit verstaan.
Lc.11:40-
Onverstandigen, heeft Hij die de buitenzijde gemaakt heeft, ook niet de binnenzijde gemaakt?
Gelijkenissen komen zowel in het Oude als Nieuwe Testament veelvuldig voor. Meest bekend zijn natuurlijk de gelijkenissen van Jezus, die in het Nieuwe Testament vertaald zijn met het Latijnse similis.
Lc.13:18-
Hij zeide dan: Waaraan is het Koninkrijk Gods gelijk en waarmede zal Ik het vergelijken?
Daar het Koninkrijk Gods niet van deze aarde is, was het nauwelijks in woorden uit te drukken. Juist bij dit soort lastige situaties, zocht men naar symbolen en vergelijkingsmateriaal.
Fragmenten als hierboven bevestigen, dat analogieën of gelijkenissen in de Oudheid een volwaardige functie hadden, omdat zij belangrijke informatie verschaften over de innerlijke maar onzichtbare zijde van het be-staan. Evenals de overige beeldspraak, was de gelijkenis een product van een denk -of belevingswereld, die typerend was voor de Antieke Tijd, en waarmee men zich als vanzelfsprekend had geconformeerd.
Kortom, de gelijkenis en het zoeken naar het gelijke zijn vrij eenvoudige methodes om de symboliek in de Bijbel te ontcijferen. Voorbeelden hiervan komen we in de volgende paragrafen tegen. Ondermeer bij de gelijkenis macrokosmos is microkosmos.
Ga naar hoofdstuk II, paragraaf 03 »