HOME

SYMBOLIEK IN DE BIJBEL

VOORWOORD

HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk

HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd

HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden

NAWOORD

AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3



SYMBOLIEK in de Bijbel

Uiteindelijk was het de bedoeling dat de zonen (de bewust-Zijnden) vergaderd werden in hun Vaderland.  Het thuisland waar het oerheimwee naar uitging is in wezen de Zijnsbron.

Jr.03:19-        
Ik had wel gezegd: Hoe zal Ik u onder de zonen rekenen en u een uitgezocht land geven, de allersierlijkste erve der volkeren! En Ik had gedacht, dat gij Mij zoudt noemen: Mijn Vader, en dat gij u van Mij niet zoudt afkeren (...).

Mt.13:55-       
En in zijn vaderstad gekomen, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij versteld stonden en zeiden: Vanwaar heeft Hij die wijsheid en die krachten?

Mt.06:08-       
(...) want [God] uw Vader weet, wat gij van node hebt, eer gij Hem bidt. Bidt gij dan aldus:
Onze Vader die in de hemelen zijt (…).

Dat er ten tijde van de eerste christenen nogal wat verwarring bestond over de juiste relatie tussen God, de Vader en de Zoon, kwam in 325 na Chr. nog eens extra nadrukkelijk ter sprake tijdens het concilie te Nicea. Daar werd door de christelijke keizer Constantijn de term homoousios (Grieks voor: van hetzelfde wezen, van dezelfde substantie) gelanceerd, om de relatie tussen God als Vader en Christus als de Zoon uit te leggen. Met deze “substantie” is dan het Zijn bedoeld, voor zover wij van substantie kunnen spreken.

Bij een bespreking van de vader-zoonrelatie past natuurlijk ook het verhaal van de verloren zoon. De gelijkenis vertelt in feite hoe de godsvonk (de kern te Zijn, de zoon) zich uit het Centrum beweegt naar de periferie, daar ervaring opdoet in de stof, begeerte en ellende meemaakt, en tenslotte weer terug verlangt naar zijn vaderlijk huis, waar hij uit voortkwam. Het idee hier achter is, dat het gelijke elkaar aantrekt, waardoor de mens naar God wordt gedreven en God naar de mens. De hogere gebieden trekken het hogere in de Mens aan. JHWH, de alom tegenwoordig Zijnde trekt de Zijnen aan. Op zijn beurt voelt de mens een innerlijke drang te Zijn.

Lc.15:11-       
Iemand had twee zonen. De jongste van hen zeide tot zijn vader: Vader, geef mij het deel van ons vermogen, dat mij toekomt (...)

De jongste zoon richtte zich op de materie en vroeg om zijn erfdeel. Hij verkwanselde het en moest op reis naar een ver land.

Lc.15:13-       
En weinig dagen later maakte de jongste zoon alles te gelde en ging op reis naar een ver land, waar hij zijn vermogen verkwistte in een leven van overdaad (...)

De zoon keerde zich af van zijn Kern te Zijn en richtte zich naar het aardse bewustzijn.
Dan komt er hongersnood (begeerte)

Lc.15:16-       
En hij begeerde zijn buik te vullen met de schillen, die de varkens aten (...)

Uiteindelijk kwam hij tot inkeer. Hij keerde weer tot zichzelf, kreeg spijt en wilde terug naar zijn vaders huis (het hoger Zelf).

Lc.15:17-       
Toen kwam hij tot zichzelf (...)

Lc.15:18-       
Ik zal opstaan en naar mijn vader gaan (...)

De vader ontvangt zijn zoon zeer hartelijk.

Lc.15:32-       
Wij moesten feestvieren en vrolijk zijn, want uw broeder hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is gevonden.

De zoon kwam weer thuis. Van onbewust zijnde (geestelijk dood) was hij weer levend (bewust-Zijnde) geworden. Eind goed, al goed.


05. Van de eerste tot de laatste Adam

Voorouderverering kwam bij de meeste oude culturen wel voor. De voorouders, met name de stamvaders, werden generaties lang in ere gehouden, want op die manier kon men bescherming en goddelijke krachten aan hen ontlenen. De verwantschap met de voorvaderen moest dus in de herinnering blijven, en om die reden werden er geslachtlijsten opgesteld, althans tot zover het geheugen dit toeliet. Door de leefstijl van de voorvaderen te volgen, veranderde er in de Oude Wereld nagenoeg niets, en bleef alles bij het oude.
Voor geestelijke verwantschap gold in principe hetzelfde. Ingewijden hielden zich eeuwenlang aan dezelfde principes. Gelijk hun voorvaderen wandelden zij consequent langs het zelfde Pad om het allerhoogste Doel te bereiken, zodat hun levenswandel tegelijk als evenbeeld diende voor latere generaties.

1Cor.10:01-
Want, ik stel er prijs op broeders, dat gij weet, dat onze vaderen allen onder de wolk waren, allen door de zee heengingen, allen zich in Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee, allen hetzelfde geestelijk voedsel aten, en allen dezelfde geestelijke drank dronken, want zij dronken uit een geestelijke rots, welke met hen medeging en die rots was Christus.

Door de generaties heen deed men verwoede pogingen om de oorspronkelijke identiteit te Zijn in herinnering te houden, en uit te leggen welke mystieke Weg daarbij gevolgd moest worden. Verwantschap hield echter ook in, dat er samen verantwoordelijkheid moest worden gedragen, wanneer de Zijnsbron was vergeten. Tegenwoordig staat dit principe bekend als groepskarma, dat wil zeggen actie is reactie, zoals men zaait, zal men oogsten. En zoals we zien, begon dit proces al bij Adam.

Ga verder met hoofdstuk II, paragraaf 05 »