HOME

SYMBOLIEK IN DE BIJBEL

VOORWOORD

HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk

HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd

HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden

NAWOORD

AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3



SYMBOLIEK in de Bijbel

Gn. 05:01-      
Ten dagen, dat god Adam schiep, maakt Hij hen naar de gelijkenis Gods man en vrouw schiep Hij hen (…) en noemde hen mens.

Gn.05:03-       
Toen Adam honderd dertig jaar geleefd had verwekte hij een zoon naar zijn gelijkenis, als zijn beeld en hij noemde hem Seth.

Rm.05:12-               
Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood,
zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben; want reeds voor
de wet was er zonde in de wereld. Maar zonde wordt niet toegerekend als er geen wet is. Toch
heeft de dood als koning geheerst van Adam tot Mozes, ook over hen die niet gezondigd hadden op een gelijke wijze als Adam overtrad, die een beeld is van de komende.

1Cor.15:45-
Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel, de laatste Adam een levendmakende geest.

Adam en Eva hadden een zonde hadden begaan, zodat zij uit de paradijselijke eenheid (het Eén Zijn)
werden verdreven. Bovenstaande fragmenten tonen aan, dat het herstel van de fout generaties lang zou duren. Het betreft hier een karmisch proces dat volgens een Plan verloopt. Zij kent een begin en een einde, een einddoel ook. Bij 1Cor.15:45 handelt het in feite om drie fasen van het proces, hoewel de eerste fase helaas niet wordt vermeld. De eerste Adam was uiteraard stoffelijk. Hij werd opgevolgd door Adam nummer twee: de levende ziel. In de derde fase wordt de levende ziel een levendmakende geest. Dit is de derde en laatste Adam. De eerste en laatste Adam worden in het Nieuwe Testament uitgedrukt door de alpha en de omega, de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet.

Opb.22:13-
Ik ben de alpha en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.

Opb.01:17-
Ik ben de eerste en de laatste, en de levende en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden (…).

Opb.01:08-
Ik ben de alpha en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige.

De mens die naar het evenbeeld van de Zoon moet leven, zal dus hetzelfde bewustwordingsproces door-maken.


06. Gelijktijdigheid

Doordat alles uit één en dezelfde bron ontsproot, deden gebeurtenissen zich gelijktijdig voor. Pas toen lineaire tijd (klokketijd) werd bedacht, begonnen zij zich achter elkaar voor te doen in een oorzaak-gevolg verband.
Voorbeelden van gelijktijdigheid vinden we genoeg in de Bijbel. Onder andere bij Opb.04:08, waar verleden en toekomst samenvallen in een eeuwig Nu of tegenwoordig Zijn.

Opb.01:04-     
(…) genade zij u en vrede van Hem, die is en die was en die komt.

Opb.04:08-     
Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt.

De uitspraak die Is die was en die komt omsluit verleden en toekomst in een eeuwig heden Zijn. Soortgelijke opmerkingen komen we ook bij de Egyptische god Osiris tegen die over zichzelf sprak als: Ik ben gisteren, vandaag en morgen. Osiris woonde dan ook in het Huis van de eeuwigheid of het Huis van de miljoenen jaren.

“Wie is dat? Het is Osiris die de boekrol bijhoudt van al wat is en al wat zal zijn, de
eindeloze tijd en de eeuwigheid. De eindeloze tijd is de dag, de eeuwigheid is de nacht.”

Psalm 2 wordt aan David toegeschreven.

Ps.02:07-        
Ik wil gewagen van het besluit des HEREN;
Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt, gij:
Ik heb u heden verwekt.

_         
Een zoon is van hetzelfde geslacht als de Vader (JHWH, de alom tegenwoordig Zijnde) en
draagt dezelfde eigenschappen. Zonen worden dus evenzo in het Heden verwekt, in een eeuwig Nu-Zijn.

Hbr.05:05-     
Zo heeft ook Christus Zichzelf niet de eer toegekend hogepriester te worden, maar Hij, die tot
Hem sprak: Mijn zoon zijt Gij, Ik heb u heden verwekt, zoals Hij ook op de andere plaats
spreekt: Gij zijt priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchizedek.

 

Ga verder met hoofdstuk II, paragraaf 06 »