HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk
HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd
HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden
NAWOORD
AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3
De conclusie uit bovenstaande twee punten is, dat de geschiedenis over het oude Israël pas achteraf en onder invloed van de nieuwe tijd werd gecomponeerd. Voor het eerst kwam er toen een geschiedenis op schrift te staan, die voordien minder vanzelfsprekend was, en wellicht zelfs niet bestond. Het causale denken, en de centrale positie die gewone mensen in deze historie innemen, passen immers niet in de tijd van het Oude Testament.
Met de intrede van het rationele denken verdween op den duur het analogisch denken, omdat er geen wetenschappelijke bewijsvoering voor te vinden was. Bijgevolg kunnen wij ons een paar duizend jaar later nauwelijks meer inleven in de ervaringswereld van de vroegere mens.
Ofschoon wetenschappelijk onderzoek steeds meer aanzien genoot, bleven mystieke ordes en godsdienstige genootschappen waarde hechten aan de gelijkenissen en het analogisch denken, omdat dit voor hen een basisprincipe was, en de enige manier om het goddelijke en de innerlijke wereld uit te beelden. Vandaar, dat de wet van analogie ruimschoots in de Bijbel vertegenwoordigd bleef.
Kortom, wanneer we de symboliek in de Bijbel willen ontcijferen, moeten we ons verplaatsen in het analogisch denken, en op zoek gaan naar materiaal dat zich typeert door overeenkomst en vergelijking.
Ga naar hoofdstuk III »