HOME

SYMBOLIEK IN DE BIJBEL

VOORWOORD

HOOFDSTUK I:
01. Feiten of symboliek?
02. Schrijvers en schriftgeleerden
03. Werkelijkheid en fictie
04. Israël en Heilig Land
05. Het toneelstuk

HOOFDSTUK II
01. Beeldspraak
02. Gelijkenissen
03. Macrokosmos is microkosmos
04. Zo vader, zo zoon
05. Van de eerste tot de laatste Adam
06. Gelijktijdigheid
07. De nieuwe tijd

HOOFDSTUK III:
01. Elementaire en etnische symboliek
02. Elementaire ideeën
03. Getallen als elementaire ideeën
04. Volkssymboliek
05. Geleende volkssymboliek
06. Symbolische velden

NAWOORD

AFBEELDINGEN
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Afbeelding 3



SYMBOLIEK in de Bijbel

d.
Griekse schrijvers voelden zich aangesproken door de alpha en de omega, de eerste en laatste letter van het Griekse alfabet.

Opb.22:13-
Ik ben de alpha en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.

Bij al dit soort voorbeelden is het thema dualiteit het elementaire idee; de manier waarop eraan gerefereerd wordt behoort tot de volkssymboliek. En zo zijn er talloze categorieën te onderscheiden, die in feite allemaal naar het zelfde elementaire idee verwijzen. Belangrijk is dus, dat de lezer die het systeem doorziet, uit de vele symbolische motieven steeds dezelfde boodschap weet te destilleren.

Een tweede voorbeeld treffen we aan bij de verschillende manieren waarop het principe van de verstrooiing in de Bijbel wordt uitgebeeld. Verstrooien en verzamelen zijn twee tegengestelden die een en het zelfde principe vormen, te weten het elementaire idee van de evolutiespiraal (zie afbeelding  1).
Bij de verstrooiing bewandelt de pelgrim het centrifugale pad, richting stof. Bij het verzamelen beweegt hij zich op het centripetale pad, richting geest. De Bijbel drukt het verzamelen en verstrooien uit door de Israëlieten die naar het Beloofde Land trokken, of juist daar vandaan. Zie voor dit onderwerp de publicatie over  “ De spiraal”.

Ez.28:25-                 
Zo zegt de Here HERE: Als Ik het huis Israëls bijeenverzamel uit de natiën, in wier land zij verstrooid zijn, dan zal Ik Mij ten aanschouwen van de volken aan hen de Heilige betonen, en zij zullen wonen in hun land, dat Ik aan mijn knecht Jakob gegeven heb. Zij zullen daar veilig wonen en huizen bouwen en wijngaarden planten; (...).


Veehouders en schapenhoeders gebruikten de verstrooide schapen als symbolisch middel.

Jr.23:01-                 
Wee, de herders, die de schapen welke Ik weid, verderven en verstrooien, luidt het woord des HEREN. Daarom, zo zegt de HERE, de God van Israël, tot de herders die mijn volk weiden: Gij verstrooit en verstoot mijn schapen, en zoekt ze niet op; (...).

Jr.23:03-                 
En Ik zal de rest van mijn schapen verzamelen uit al de landen waarheen Ik ze heb verdreven, en Ik zal ze doen wederkeren naar hun weiden,(...).

Boeren spraken van kaf, dat door de wind werd verstrooid.

Ps.01:04-       
Niet zoals de goddelozen:
die toch zijn als kaf dat de wind verstrooit.

Astronomen en astrologen hadden hun eigen terminologie ontwikkeld, en brachten de verstrooiing in verband met de vier windrichtingen.

Jr.49:35-                 
(...) Zie, Ik breek de boog van Elam, de zenuw van hun kracht, en Ik breng over Elam vier winden van de vier hoeken des hemels en Ik verstrooi hen naar al die windstreken, zodat er geen volk zal zijn­, waar niet verdrevenen van Elam komen zullen.

Ps.107:02-     
Dat de verlosten des HEREN zo spreken,
die Hij uit de macht van de tegenstander heeft verlost
en uit de landen heeft verzameld,
van het oosten, en van het westen,
van het noorden en van de zee.

Al met al blijken er in de Heilige Schrift ontiegelijk veel denktradities, filosofische stromingen, gilden (astrologen, krijgslieden, boeren, handelsreizigers, enzovoort) met hun eigen specifieke jargontaal te zijn vertegenwoordigd. Uiteraard veroorzaakt dit veel verwarring en omhaal van woorden, terwijl één zin genoeg is om de elementaire boodschap te omschrijven.


05. Geleende volkssymboliek

Prangende vraag is, hoe het oude Israël aan haar symboliek kwam. Hoe kon Israël een eigen etnische symboliek ontwikkelen? Voor volkssymboliek is een volk nodig of ten minste een groep personen met een hechte band. We zien dit onder andere bij de Egyptenaren, de Assyriërs, de Hethieten en de Grieken, die ieder hun eigen cultuur met specifieke beeldvorming hadden ontwikkeld.
Maar bestond er in de Oudheid feitelijk wel een volk Israël met een eigen symboliek? Gezien het ontbreken van bewijsmateriaal over de historiciteit van een twaalf stammenrijk en een verenigd koninkrijk, is het best mogelijk dat zij nooit heeft bestaan, en zeker niet als groot volk van zo’n 400.000 man. Meer waarschijnlijk is, dat de naam Israël verbonden was aan een kleine groep ingewijden, of meerdere sekten die zich over Kanaän hadden verspreid, maar dan nog is de vraag hoe deze mensen een symboliek konden ontwikkelen, die zo karakteristiek voor de Bijbel is.

Uit de vorige paragraaf bleek al, dat het unieke grotendeels neerkomt op een verzameling etnische beeldspraak die voortkomt uit het Fenicische handelsleven.
De auteurs en samenstellers van de Bijbel zochten hun inspiratie dus niet zozeer bij Israël zélf, maar bij de Kanaänitische bevolking en haar naaste buren: Egypte, Mesopotamië en Griekenland. Dat is niet te verwonderen, want de Israëlieten verbleven lange tijd in Egypte, en het land Kanaän waar zij later kwamen te wonen werd vrijwel permanent overheerst door Egypte, Assyrië, Perzen, Grieken en Romeinen. Al deze mogendheden wisten zonder enige twijfel hun stempel te drukken op de inhoud van de Heilige Schrift. Zo is het verhaal over de ark van Noach overduidelijk geïnspireerd op zondvloedverhalen uit Mesopotamië. Ook het scheppingsverhaal in Genesis heeft veel gemeen met soortgelijke verhalen uit Mesopotamië. Van meer invloed op de Bijbel dan Mesopotamië was Egypte. Jozef en Mozes brachten een groot deel van hun leven door aan het hof van een farao. Bovendien was Jozef gehuwd met de dochter van de priester van Heliopolis (On), het centrum van de eredienst van de Egyptische zonnegod Re. En enige tijd later zou Salomo met farao’s  dochter in het huwelijksbootje stappen (1Ko.03:01). De relaties die de Israëlieten in Egypte  met de allerhoogste kringen onderhielden, houdt in dat zij volledig waren ingewijd in de Egyptische godsdienst en rituelen. Veel daarvan zullen zij dus hebben ontleend ten behoeve van hun eigen cultuur.

Ga verder met hoofdstuk III, paragraaf 05 »