HOOFDSTUK I:
01. De naam HERE
02. Ik Ben die Ik Ben
03. Ik Ben de HERE
04. De Ik Ben-woorden
05. Alom aanwezig Zijn
06. Onveranderlijk Zijn
07. Zijn is Wezen en Werkelijkheid
08. Amen
09. Zichzelf genoeg Zijn
10.
Eén, ongedeeld Zijn
HOOFDSTUK II:
01. Inleiding
02. Het opperwezen
03. Het fundament Zijn
04. De grondlegging der wereld
HOOFDSTUK III:
01. Thuis Zijn
02. Het huis des HEREN
03. Sion
HOOFDSTUK IV:
01. Ik ben met u
02. Het verbond
03. Tot aanzijn roepen
04. Op zoek naar het Zijn
05. Geloven
HOOFDSTUK V:
01. Zijn is Leven
02. Onvergankelijk Leven
03. Onsterfelijkheid
04. Niet Zijn
HIER EN NU ZIJN
Inleiding
01. Eeuwig Zijn
02. Hier en nu Zijn
03. Hier Ben ik
04. Heden Zijn
05. Het ondeelbare ogenblik
06. Het verleden
07. Zuurdesem
08. De toekomst
Sf.03:17-
De HERE, uw God, is in uw midden, een held, die verlost.
Zch.02:10-
Want zie, Ik kom in uw midden wonen, luidt het woord des HEREN en vele volken zullen te dien dage gemeenschap zoeken met de HERE en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal in hun midden wonen.
De kerkleraar Augustinus (354-430 na Chr.) bracht naar voren, dat God niet alleen aanwezig is in de kos-mos, maar ook in de ziel van de mens.
Het Zijn is buiten de mens aanwezig, maar ook in de mens op deze plaats, en op dit moment in het Hier en Nu. Alle herinneringen aan het verleden en onze toekomstverwachtingen spelen zich in dit Hier en Nu af.
Dt.04:07-
Welk groot volk is er, waaraan de goden zó nabij zijn als de HERE, onze God telkens als wij Hem roepen?
De nabijheid van de HERE (JHWH, de alomtegenwoordig Zijnde) duidt op het hier aanwezig Zijn.
Gn.21:22-
In die tijd zeide Abimelech, alsook zijn legeroverste Pichol, tot Abraham: God is met u in alles wat gij doet. Nu dan, zweer mij dan toch hier bij God, dat gij niet bedriegelijk met mij zult handelen, noch met mijn kroost, noch met mijn nageslacht (…).
Dt.05:30-
Maar sta gij hier bij Mij, opdat Ik u mededele heel het gebod, al de inzettingen en verordeningen, die gij hun moet leren (…).
De HERE is ver verwijderd wanneer iemand zich niet bewust is te Zijn, niet hier en nu bewust Is.
Mt.15:08-
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij.
Nah.03:17-
Uw aanzienlijken zijn als sprinkhanen, uw ambtenaren als een zwerm sprinkhanen, die zich, zolang het koud is, op de muren legeren; als de zon opgaat, vliegen zij weg, en onbekend is hun plaats. Waar zijn zij?
_
De vraag waar Zijn zij kent maar één antwoord: niet hier; niet in het hier en nu!
Ook de spreuk van Bileam is gebaseerd op het hier en nu Zijn.
Nm.24:15-
Toen hief hij zijn spreuk aan en zeide: De spreuk van Bileam, de zoon van Beor, en de spreuk van de man met het geopende oog; de spreuk van hem, die de woorden Gods hoort, en die de weten-schap des Allerhoogsten kent, die het gezicht des Almachtigen schouwt, nederliggend met ontsloten ogen. Ik zie hem, maar niet nu; ik schouw hem, maar niet van nabij; een ster gaat op uit Jakob, een scepter rijst op uit Israël (…).
De spreuk wordt met de meest grote geheimzinnigheid ingeleid, waarbij twee situaties aan de
orde zijn.
1.
Tijdens het nederliggen (in de slaap) is men toch wakker (zijn de ogen ontsloten), omdat het
oog (het derde oog!) geopend is. Met andere woorden: zelfs in de slaap is men hier en nu
aanwezig (bewust) en is men in staat waar te nemen (te schouwen).
2.
Door tijdens de slaap hier en nu aanwezig te Zijn, kon men in de toekomst schouwen:
Ik zie hem (de ster), maar niet nu; ik schouw hem, maar niet van nabij.
De formule hier Ben ik werd al door de Egyptenaren gebruikt om de eigen identiteit aan te duiden.
“Maak dat de Doeat zich voor mij opent. Hier ben ik: maak dat ik vandaag kan uittreden in glorie. Laat de glorierijken mij vergunnen dat ik leef.”
In de Bijbel komen we de uitspraak hier Ben ik voor het eerst tegen in Genesis 22, waar Abraham op de proef wordt gesteld en zijn zoon Isaäk dreigt te offeren op de brandstapel.
Gn.22:02-
Hierna gebeurde het dat God Abraham op de proef stelde. Hij zeide tot hem: Abraham en deze zeide: Hier ben ik.
Gn.22:07-
Toen sprak Isaäk tot zijn vader Abraham en zeide: mijn vader en deze zeide: Hier ben ik, mijn zoon.
Gn.22:11-
Maar de Engel des HEREN riep tot hem van de hemel en zeide: Abraham, Abraham! En hij zeide: Hier ben ik.